zondag 12 maart 2017

Kwarts magering of keien?



scheurtjes boven de stenen

In de Vlaardingen cultuur (3.500 v.Chr. en 2.500 v.Chr) werden bakplaten gebruikt. Een centimeter of twee tot drie dik en met heel grove magering. Ook potten werden met dezelfde kwarts gemagerd. Als je dan replica's gaat maken wil je de opgegraven scherven zo goed mogelijk benaderen, maar mijn hemel, hoe deden ze dat. De stukjes kwarts hebben van mij de naam keien gekregen. De grootte is drie tot zes millimeter. In de potten met hun dunne wand gaat het wel goed, maar in de dikke bakplaten? Ik blijf de scheurtjes maar dicht smeren en versterken. Ik vrees dat ik dat moet blijven doen tot ze helemaal droog zijn. Hadden die steentijd mensen niks anders te doen of misschien hadden ze betere klei? Jammer dat zo'n opgegraven pot niet kan praten. Ik zou wel graag even met hem overleggen.
Scherf opgegraven in Leidschendam

We moeten het er maar mee doen. De laatste lokale klei staat te weken en is bijna klaar voor de zeef. Als dit op is, moeten we weer op zoek. Eerst maar eens de rakucursus en daarna ga ik weer lekker draaien voor de houtstook bij Kleispul.