Dinsdag heb ik gedraaid bij De Klavertjes van de Freinet
school in Delft. Het kijken naar het groeien van een pot is wel leuk, maar
eigenlijk wil je zelf met de handen in de klei. Hoe een bonkje klei danst voor
het centreren en zich keurig rond laat draaien erna, dat wil je eigenlijk veel liever
zelf voelen. Dit kan wel op een verjaardagspartijtje, waar maximaal negen
kinderen zijn, maar op school met een grote groep is dat onmogelijk.
De discussie tussen twee kinderen waarvan de een wel eens achter de schijf heeft gezeten
en voor de ander is het compleet nieuw is: "Is klei vies?"
"Nee helemaal niet"
"Je krijgt wel vieze handen"
"Maar het voelt zo lekker.
Natuurlijk was er ook weer de vraag: "Maakt u een
glas"
"Nee, een pot"
"Waarom geen vaas?"
"Dit is een vaas, er is niet echt een verschil tussen
een vaas en een pot, alleen maar het gebruiksdoel"
"Juf, u moet
vaas zeggen"
"Tja.."
Aan het einde mochten de liefhebbers hun eigen decoratie
aanbrengen op de vaas/pot
En "mogen we de rest van de klei hebben?" "Natuurlijk, werken met klei is leuk en
je kan er niet vroeg genoeg mee beginnen."
En "wanneer mag ik het ook proberen?" "Jammer voor nu, maar dat kan bij mij alleen op een
kinderfeestje. Deze vaas /pot zal ik
stoken en dan kunnen jullie er in de klas nog veel plezier van hebben."